Meer dan 5000 jaar voor Chr. woonden er rondtrekkende nomaden op zandruggen door het gebied van het Hoetmansmeer
Uit luchtfoto’s is gebleken dat er een zandrug loopt door het gebied van het Hoetmansmeer.
Archeologen vermoedden op grond daarvan resten te vinden uit de tijd voordat de veengroei het gebied ongeschikt maakte voor menselijke bewoning. Dat bleek te kloppen. Toen in 1982, in het kader van de herinrichting van de veenkoloniën, werd besloten een klein bosgebied aan te leggen, werd er vanuit de Rijksuniversiteit Groningen uitgebreid archeologisch onderzoek gedaan. Het gebied waar bodemvondsten werden gedaan bleek 40.000 vierkante meter groot te zijn. De vondsten dateerden uit ca. 5000 voor Chr.: de midden steentijd. Er werden veel stenen pijlpunten gevonden en meer dan vijfhonderd haardkuilen. De vondsten waren afkomstig van rondtrekkende nomaden die geregeld terugkeerden naar deze plek. De hele vindplaats is één van de grootste in Noord-Nederland. In het huidige Hoetmansmeer is een informatieplek over bovenstaande geschiedenis (Hoetmansmeer, 2018).
Archeologen ontdekten echter dat een deel van de Veenkoloniën, op een zandrug in een strook vanaf het Pekelder Hoetmansmeer tot aan Wildervank (Wildervanksterdallen), al veel eerder was bevolkt, waarschijnlijk door rondtrekkende jagers en vissers. Een bekende oudheidkundige in dit kader was de toenmalige archeoloog John Smit. Feitelijk verlengde hij door zijn vondsten de geschiedenis van dit gebied met maar liefst tienduizend jaar.
Zie ook: https://www.deverhalenvangroningen.nl/alle-verhalen/werkgroep-prehistorie-in-de-ban-van-de-steentijd