De laatste kluizenaar van Groningen woonde in Boven Pekela!

De voetbalclub Pekelder Boys in Boven Pekela heeft haar thuishonk op het Rutger Oldeboom Sportpark aan de plaatselijke Noorderkolonie. Behalve de wat oudere inwoners van het dorp weet eigenlijk niemand meer waar die naam vandaan komt en waarom het terrein van de club zo werd genoemd.

Foto: Archief VV Pekelder Boys / Winschoter Courant

Rutger Oldeboom woonde tot aan zijn dood in een bouwvallig huisje op een stuk land, dat nu het hoofdveld is van de Boys. Hij woonde er als een eenzame zonderling. Ingewijden zeggen dat hij waarschijnlijk de laatste kluizenaar was in Nederland. Zeker de laatste echte kluizenaar van de provincie Groningen. Rutger Oldeboom woonde tot aan zijn dood in een bouwvallig huisje op een stuk land, dat nu het hoofdveld is van de Boys. Hij woonde er als een eenzame zonderling. Ingewijden zeggen dat hij waarschijnlijk de laatste kluizenaar was in Nederland. Zeker de laatste echte kluizenaar van de provincie Groningen.

Erg rijk

Rutger Oldeboom overleed op 4 november 1976. Hij was toen 92 jaar. Een buurtgenoot, die heel soms even langs kwam, vond hem in zijn bouwvallige woninkje op een stapel oude, vieze zakken. In en rondom het schamele huisje wemelde het van de honden en schapen. Hij noemde de dieren zijn huisgenoten. Aan mensen had hij een hekel. De zonderlinge man duldde dan ook bijna niemand in zijn wrakke optrekje. Oldeboom was zuinig, gierig, ja zelfs bij het vrekkige af. Hij betaalde nooit iemand. Zelfs de gemeentelijke belastingen lapte hij aan zijn laars. Hij stierf dan ook als een zeer rijk man.

Vanaf zijn 65e levensjaar tot aan zijn overlijden had hij recht op AOW. Maandelijks werd steeds hetzelfde bedrag op zijn rekening bij geschreven. Omdat hij er praktisch nooit iets af haalde, groeide het saldo in 27 jaar uit tot een voor die tijd formidabel groot bedrag. Mensen die wat dichterbij hem stonden, vertelden dat hij een jaar lang kon leven van minder dan één maand ouderdomspensioen. Behalve veel spaargeld bezat de Pekelder kluizenaar ook nog eens enkele hectares land. Eén keer per jaar ging hij naar de dichtstbijzijnde kroeg om er een fles jenever te kopen. Oldeboom had geen leidingwater, geen elektriciteit en geen gas. Als hij water nodig had haalde hij dat uit een zelf gegraven diepe put. ’s Winters sliep hij bij zijn beesten vanwege de warmte die ze afgaven.

Eén keer goed wassen en één keer in een auto

Rutger Oldeboom liep altijd in dezelfde kleren. Een manchester broek, een kieltje en op zijn hoofd een schipperspetje. Boven Pekelders die hem gekend hebben zeggen dat hij jasje en broek nooit uitdeed. “Hij sliep erin.” Zich eens goed wassen was er evenmin bij. Dat gebeurde pas toen hij was overleden. Slechts één keer maakte de Boven Pekelder een ritje in een auto: op weg naar het kerkhof. Zijn begrafenis werd maar door een handjevol mensen bijgewoond. Vier dragers, enkele dorpsbewoners, een aantal journalisten, een dominee en een ouderling. Oldeboom was niet erg gelovig, maar betrokkenen waren van mening dat de uitvaart toch door een predikant moest worden geleid. De dominee had goede woorden voor Oldeboom. Hij vergeleek hem met de vroegere heilige, Franciscus van Assisi. “Maatschappijkritisch en een grote liefde voor dieren,” aldus de voorganger die verder sprak over de hebberigheid van de mens. “Net als Franciscus vond ook Rutger Oldeboom dat iedereen veel soberder kan en moet leven,” aldus dominee Den Hollander uit Ommelanderwijk.

Geen voetballiefhebber

Rutger Oldeboom was zeker geen liefhebber van voetbal. Toen Pekelder Boys nog speelde op een veld achter zijn landerijen was hij woedend als de bal per ongeluk in zijn tuin belandde. Eén keer werd hij zelfs zo kwaad dat hij zijn geweer pakte en een schot loste. Rutger kreeg weleens een gehaktbal vanuit de kantine. Maar een bedankje was er dan niet bij. Sterker nog: “Ik betoal die nait,” was het steevaste antwoord.

Foto 2 Het huisje van Rutger Oldeboom. - Foto: Archief VV Pekelder Boys / Winschoter Courant

Waarom de club zijn sportcomplex dan toch naar die zo aparte Pekelder noemde? “Hij woonde daar nou eenmaal,” zegt Gertie Beikes, lid en archivaris van Pekelder Boys. En verder: “Oldeboom was een bijzonder mens en we speelden op een stuk grond dat ooit van hem was.

Sommige mensen denken dat we iets van zijn rijkdom hebben gekregen. Maar dat is beslist niet zo. Pekelder Boys heeft het land gewoon marktconform gekocht en alle opstallen zelf gebouwd en gefinancierd. Zijn naam leeft echter voort in onze vereniging. En daar is niets mis mee.” 

Login Form